|
||
Kleine (6-7 mm), vrijwel kale, slanke bijen met een sterke metaal (cyaanblauw) glans. Vrouwtjes: de verzamelharen op de achterpoten (scopa) zijn kort. Mannetje: antenne zwakke, knotsvormig en; met een witte tot geelwitte vlek op hun gezicht. |
||
Vliegperiode: mei-half september.Bloembezoek: allerlei planten. Nesten: in afgestorven holle stengels.Voorkomen: zeldzaam in Zuid-Limburg. | ||
Blauwe ertsbij Vr (boven) en m (onder) | ||
![]() |
||
![]() |
||